Een ‘flashback’ is een terugblik, het verhaal bevindt zich plots in het verleden. Waarom zou een schrijver gebruik willen maken van een flashback? De hoofdvertelling stokt namelijk en het verhaal loopt het risico vaart te verliezen. Toch kan een flashback een makkelijke manier zijn om informatie over te brengen. Een personage haalt herinneringen op, of leest een brief; voor de lezer vallen de puzzelstukjes op hun plaats. Ook een bekentenis is handig om een toedracht uit de doeken te doen. Vooral in detectiveseries wordt die truc nogal eens op armoedige wijze gebruikt. Op het eind van de aflevering somt de verdachte zonder dwingende reden plots zijn daden op, inclusief motivatie en beweegredenen. In één klap is het verhaal uit. De kijker had de ontknoping nooit kunnen vermoeden, simpelweg omdat hem de relevante informatie tot nu toe onthouden was.
Soms is een verhaal één grote flashback, er wordt een verhaal binnen een verhaal verteld. Als het goed gedaan is, is de lezer zich er vaak niet eens meer van bewust dat hij met zo’n raamvertelling te maken heeft. De beroemde schaaknovelle van Stefan Zweig is er een prachtig voorbeeld van. (Wat een geweldige schrijver, die Stefan Zweig. Sla bijvoorbeeld zijn autobiografie De wereld van gisteren maar eens open. Dan vind je zinnen als deze: 'Zelfs uit de afgrond van de verschrikkingen waarin wij nu halfblind en met een verscheurde en gebroken ziel rondtasten, kijk ik steeds weer op naar de oude sterrenbeelden die schitterden boven mijn kindertijd, en troost ik mij met het geërfde vertrouwen dat deze terugval eens niet meer dan een interval zal lijken in het eeuwig ritme van de vooruitgang.')
Een schrijver die meesterlijk een herinnering in een herinnering in een herinnering kon ophalen was Maarten Biesheuvel. Zijn associatieve sprongen van de ene naar de andere verhaallijn pasten waarschijnlijk goed bij zijn vaak verwarde gemoedstoestand. Sommige schrijvers gebruiken zo’n uitzonderlijke gemoedsgesteldheid bij hun personages als voertuig van flashbacks. In een dagdroom, bij een paniekaanval, een doodsstrijd lopen heden en verleden nu eenmaal vaak door elkaar heen. Pas overigens op met die dromen, het gebruik ervan is een nogal afgekloven procedé.